maandag 5 april 2010

Pax

[Mariastraat, Oud Sint-Janshospitaal]

Het Pax-beeld van de Brugse beeldhouwer Octave Rotsaert verhuist binnenkort naar een perkje voor het voormalig broederklooster, maar staat voorlopig nog even op de binnenkoer van Oud Sint-Jan.

donderdag 1 april 2010

Vliegend huis

Van heksen werd beweerd dat ze konden vliegen, maar dit is nog véél straffer. Volgens een legende zou in 1291 de complete woning van Maria getransporteerd zijn van Nazareth naar het plaatsje Loreto in Italië. Het huis bevond zich hierbij op een wolk en werd voortbewogen door engelen. Reden voor de verplaatsing was de dreigende vernieling van het huis door de Saracenen.


[Katelijnestraat 40]

Vooraleer in Loreto neer te strijken, maakte het huis eerst een tussenlanding in Dalmatië alwaar het drie jaar bleef staan alvorens weer het luchtruim te kiezen. 

[Sint-Salvatorskathedraal]

Dat Maria hierna tot Patrones van de Luchtvaart werd benoemd mag geen verwondering wekken. In Brugge moet dit verhaal ook indruk gemaakt hebben want in de Sint-Salvatorskathedraal werd een volledige kapel gewijd aan Maria van Loreto.

(klik op de afbeeldingen voor een vergroting)

maandag 29 maart 2010

Gulden Vlies II

[Mariastraat, Onze-Lieve-Vrouwekerk]

De Orde van het Gulden Vlies was erkend door de paus en was in feite een semi-religieuze gemeenschap. De leden vergaderden in kerken en hadden een gereserveerde plaats in het koor. Boven de koorbanken hingen hun wapenschilden, zoals hierboven in de Onze-Lieve-Vrouwekerk.

(foto Wikipedia/Paul Hermans)

De ketting van het Gulden Vlies bestaat uit schakels die opgebouwd zijn uit vuurijzer- of vuurslagmotieven.  De vuurslag was het symbool van de Bourgondische hertogen. En toeval of niet, op Oude Burg (een van de oudste woonkernen van Brugge) bevindt zich huis 'De Vuerslagh' dat hetzelfde motief boven de deur heeft staan.

[Oude Burg 8]

vrijdag 26 maart 2010

Gulden Vlies

[Dijver 17, huis van de Heren van Gruuthuse]

De Orde van het Gulden Vlies werd in 1430 in Brugge opgericht door Filips de Goede, hertog van Bourgondië. Bedoeling van de hertog was om de edellieden uit 'zijn' landen aan zich en zijn dynastie te binden. Lid worden van zo'n ridderorde was immers niet vrijblijvend, het was een echte verplichting. Maar dat zullen die edelen wel niet erg gevonden hebben, integendeel. Ze werden gráág lid van die exclusieve eliteclub.

[Jan Van Eyckplein 1, De Grote Tol]

Wie lid was liet dat dan ook duidelijk merken door het ordeteken, een ketting waaraan een kleine ramsvacht met kop en poten hing, rond zijn wapenschild aan te brengen. In Brugge waren dat o.a. Lodewijk van Gruuthuse, telg van de aanzienlijke Brugse familie Gruuthuse en Peter van Luxemburg, graaf van Saint-Pol.

[Peperstraat 3, Jeruzalemkerk]

Een derde Brugse ridder van de Orde zou volgens sommige bronnen Anselmus Adornes geweest zijn, zoon van de rijke koopmansfamilie Adornes, die in Brugge de Jeruzalemkerk liet bouwen. Zou inderdaad, want ik vind de naam Adornes op geen enkele lijst met ridders van het Gulden Vlies terug. 

In  de mysterieuze Jeruzalemkerk is op verschillende plaatsen wel een ordeketting te zien, maar dan wel die van de Orde van de Schotse Eenhoorn. En van die club was Adornes wél lid. Waarom verbinden sommigen dan de naam Adornes aan het Gulden Vlies? Wie het weet, mag het zeggen.

dinsdag 23 maart 2010

Drakendoders

[Vlamingstraat 33, voormalige Saaihalle]

Het beeld van de draak zoals we dat nu kennen, met hagedissenkop, vier roofdierachtige klauwen en vleermuisvleugels, dateert uit de late middeleeuwen. Enkele eeuwen daarvoor had de draak nog geen vleugels en slechts twee poten. En nóg daarvoor helemaal geen poten want toen was de draak nog gewoon een slang
Hoe het beest er ook uit zag, het is in het westen altijd het symbool geweest van het duivelse kwaad. Gelukkig waren er altijd wel onversaagde drakendoders zoals  St. Michiel en zijn latere collega St.  Joris om het duivelsgebroed de kop in te drukken.

[Genthof 29]

[Corduanierstraat 9]

[Markt 3, Provinciaal Hof]

woensdag 17 maart 2010

Bol van Quetelet

[Markt 15]

Voor wie zich ooit heeft afgevraagd wat die vergulde bol op dat gebouw op de Markt daar staat te doen: dat gebouw is het huis Boechoute en de bol  is een zogenaamde 'bol van Quetelet'. In de pionierstijd van de spoorwegen werden dergelijke bollen gebruikt om de uurwerken in alle steden gelijk te stellen. Daarvóór gebruikte men zonnewijzers maar die waren niet nauwkeurig genoeg. De bol duidt samen met de rij grote koperen nagels op de grond de meridiaan of middaglijn van de stad aan. Eens het middaguur was bepaald, stelde men de klok van de Halletoren daarop in. Een prima systeem... zolang er geen wolken zijn die roet in het eten gooien.

De windwijzer aan de gevel dateert uit 1676 en staat in verbinding met de windvaan op het dak.

maandag 15 maart 2010

Waterhalle

Het moet een indrukwekkend gebouw geweest zijn, die Waterhalle. Meer dan 500 jaar heeft het de oostkant van de Markt gedomineerd. De Waterhalle werd in de 13e eeuw over de Kraanrei heen gebouwd (die eind 18e eeuw overwelfd werd) en was in feite een overdekte haven. Kleine schepen die van Damme kwamen, konden  hier binnenvaren en aanleggen. De bovenste verdiepingen werden gebruikt als stapelruimte. Op het eind van de 18e eeuw had het gebouw zijn functie verloren en daar het ook in staat van verval verkeerde, werd besloten om het af te breken.

[de Waterhalle (links) op een schilderij uit de 17e eeuw]

Bij graafwerken in 1910 werden twee zuilen gevonden die ooit nog het monumentale dak van de Waterhalle ondersteund hebben. Het is het enige wat rest van het imposante gebouw.

[Dijver 16, Arentshof]

vrijdag 12 maart 2010

Gouden hand

[Gouden-Handbrug]

Hoeveel bruggen er precies zijn in Brugge weet ik niet maar het zijn er in elk geval véél. Dit hier is de Gouden-Handbrug. Ze situeert zich op de plaats waar de Gouden-Handrei uitmondt in de Langerei. Tot 1371 was dit een houten brug waarna de Brugse meester-metselaar Jan Slabbaerd ze ombouwde tot een natuurstenen brug.
Aan de linkerkant van de brug vind je dit eigenaardige torentje.
Aan de andere kant is deze steen te zien waarop een hand staat die een paling uit het water haalt. Volgens een legende zou iemand met een gouden hand hier ooit een 'heilige' paling uit het water gevist hebben. Sindsdien zou deze vissoort nooit meer in Brugge waargenomen zijn. Jammer, maar ondertussen was de brug toch maar mooi aan een naam geraakt.

woensdag 10 maart 2010

Bierkoning

[Philipstockstraat 19]

Bierbrasserie Cambrinus dankt zijn naam aan de legendarische koning, van wie beweerd wordt dat hij de uitvinder van het bier is. Op de hoek van het etablissement is dit nisbeeldje te zien van de trotse uitvinder. Het is er altijd druk, ze hebben honderden soorten bier en je hoort er vooral Engels spreken.
Er is een hoop te zien aan de gevel, waaronder een paar reliëfs die de vier jaargetijden voorstellen. Boven een gevelsteen waarop 'Dit is den vliegenden duivel' staat, kan je dit gevleugeld creatuur bewonderen. Geen idee wat die duivel hier uitspookt, behalve misschien reclame maken voor Duvel of Lucifer, twee soorten bier die je hier ongetwijfeld kan nuttigen.


maandag 8 maart 2010

Koudenbroek

We gaan naar de Cordoeaniersstraat (op de kaart van Marcus Gerards 'Corte Vijnstraat' genaamd) alwaar zich twee gevelstenen bevinden die een huisnaam illustreren. Huisnummering werd door de Fransen ingevoerd in het begin van de 19e eeuw, daarvoor werden huizen vaak aangeduid met een uithangbord of gevelsteen.
Dit hier is vrij duidelijk, er staat: 'Dit es in den stuer, 1518'.

[Cordoeaniersstraat 5]

De gevelsteen hiernaast, ook uit 1518, is iets cryptischer. Er staan twee vrouwen op die een broek vasthouden (''k houd den broek'). De huisnaam was dan ook... Koudenbroek.










[Cordoeaniersstraat 13]

zaterdag 6 maart 2010

Visverkopers

[Markt 33]

Nog even terug naar de Markt en de visverkopers. Zij vergaderden in wat nu restaurant 'De Gouden Meermin' is maar hun ambachtshuis bevond zich ernaast, op nr. 33. Tegen de muur prijkt deze gevelsteen uit 1621.

donderdag 4 maart 2010

Vlag

Gezien in de Twijnstraat, deze opvallende uiting van vaderlandsliefde. Vlaggenvertoon is normaal gezien niet aan mij besteed, maar dit vond ik op een of andere manier toch sympathiek. Het hartje, waarschijnlijk.










[Twijnstraat]

dinsdag 2 maart 2010

Vismarkt

Hierboven de Vismarkt anno 2010. Tot 1745 werd er op dit plein koren verkocht, de vismarkt vond toen nog plaats op de Markt... al werd er op de huidige Vismarkt drie eeuwen daarvoor óók al vis verkocht. Ja, 't is nogal ingewikkeld.
"De Visch-markt werd in voormalige tyden op de Groote Markt gehouden, de vischstallen stonden regt voor het ambachtshuis. Ten jare 1477, werden dezelve naer de Braembergplaets overgebragt, maer naer er 8 maenden gestaen te hebben, werden zy, op den 30 september, weder ter Markt geplaetst, alwaer zy tot het einde der 18de eeuw zyn blyven staen."

Het vergaderingshuis van de vrye vischverkoopers bevond zich op de Markt, waar heden ten dage nog altijd deze meermin op de topgevel prijkt.

[Markt 31]

De overdekking met de zuilen kwam er in 1821. Tegenwoordig wordt er nog vis verkocht, maar je vindt er ook schilderijen en allerlei snuisterijen.
Hieronder een schilderij uit 1750 toen de vis nog in open lucht verkocht werd. Aan de overkant van het plein is de Blinde-Ezelbrug te zien, waar ik het eerder al over had.
(klik op de afbeelding voor een vergroting)

vrijdag 26 februari 2010

Zoetekoekbakkers

Terug naar de Steenstraat. Ter hoogte van nr. 19 bevindt zich nog steeds een bord met het wapen van de bakkers, hoewel zij hun ambachtshuis hier reeds meer dan 200 jaar geleden verkochten. Er waren toen niet alleen gewone bakkers maar ook zoetekoekbakkers. Zoetekoekbakkers! Dat dient opgezocht. "De zoetekoekbakkers, ook gezeid lyfkouckbackers, waren alhier zeer talryk. Zy zonden hunne voortbrengselen naer andere steden, en ten platte lande. De opregting der ovens te St. Thomas bragt dit ambacht geheel ten onder." Jammer maar helaas.
 
[Steenstraat 19]

Een eindje verderop was het ambachtshuis van de schoenmakers gevestigd. Het schoenmakersambacht bestond uit vier kleine ambachten: de corduaniers (maakten alleen schoenen uit kalfsleder), de kinderschoenmakers, de lappers (schoenherstellers) en de oude schoenmakers of schouboutters. Zij maekten schoenen van oud leder, maer er moest altyd eenen lap opliggen, opdat zy niet voor nieuw zouden verkocht worden. (!)

[Steenstraat 40]

Onderstaand bord vond ik ook in de Steenstraat. Een verwijzing naar Jan van Eyck die in Brugge woonde en stierf en naar verluidt een atelier had in de Gouden-Handstraat?

[Steenstraat 44]

dinsdag 23 februari 2010

Hondenleer

In de middeleeuwen had je niet alleen gewone huidenvetters (zie log van 12.2.10) maar ook kleine huidenvetters. Zij mochten alleen huiden bewerken van kleine dieren zoals... honden, katten en konijnen.  Met dat leer werden vervolgens handschoenen gemaakt. Gaia was nog veraf!
Onderstaand tekstfragment komt uit 'De ambachten en neringen van Brugge', een boekwerk van J. Gailliard uit 1854.

In de tekst is ook sprake van het niet zo edele beroep van hondenslager. Deze lieden waren door de overheid aangesteld om op het teveel aan honden (er werden massaal honden gekweekt) te jagen en ze te liquideren.  Hondenslagers waren totaal niet geliefd bij de bevolking zodat het beroep alleen uitgeoefend werd door beulen en scherprechters. "Het officie van hondenslager was te Brugge met het beulschap verbonden",  zo valt te lezen in een boek over het oude strafrecht.

vrijdag 19 februari 2010

Metselaars

De Steenstraat is niet altijd de drukke winkelstraat geweest die ze tegenwoordig is. Dat is pas begonnen halverwege de 19e eeuw toen op 't Zand een station werd aangelegd. Daardoor werd de Steenstraat (en ook wel de Zuidzandstraat) een belangrijke verbindingsweg tussen de Markt en 't Zand. Waar veel volk passeert komen winkels en de winkels zijn blijven komen, met het bekende gevolg.
Tussen de 15e en de 18e eeuw was dit vooral de straat van de grote ambachtshuizen. Daar zijn nog heel wat sporen van terug te vinden, zoals deze vergulde werktuigen op het voormalig ambachtshuis van de metselaars.


[Steenstraat 25]

donderdag 18 februari 2010

Gaper

De mooie gebeeldhouwde kop hieronder kan je vinden aan het begin van de Steenstraat. Het is een zogenaamde gaper of gapaert. Vroeger werden ze veelvuldig gebruikt als uithangbord voor apotheken.  Aan de pil op zijn tong kan je zien dat hier medicijnen verkocht werden. In Brugge zijn nog slechts twee gapers te zien. De andere hangt in het Museum voor Volkskunde.

[Steenstraat 5]

maandag 15 februari 2010

Regenpijp

Genoeg over leer en vis. We wenden onze steven naar de nabijgelegen Blinde Ezelbrug. In de middeleeuwen was dit één van de vier bruggen waarover je de grafelijke burcht (nu het Burgplein) kon bereiken. Voor de eigenaardige naam heb ik twee mogelijke verklaringen gevonden. Over de brug bevindt zich de Blinde Ezelstraat waar  in de 17e eeuw de herberg 'Den Blenden Ezel' was gevestigd. De tweede verklaring: in de directe omgeving bevond zich een huis met een molen die aangedreven werd door een ezel. Om zijn trieste lot, voortdurend rondjes draaien, te verhullen werd de ezel geblinddoekt, vandaar die naam.

Maar waar ik naartoe wil, volg enkele meters ten NO van de brug de regenpijp tot helemaal beneden en dan krijg je dit fraaie drakenkopje te zien...


[onderaan de Blinde Ezelbrug]

zaterdag 13 februari 2010

Vis

Later veranderde het Huidenvettersplein van functie en werd er vis verkocht. Vanaf dan stond het plein bekend als de Kleine Vismarkt. Er werd vooral goedkope riviervis verhandeld waardoor vooral  het 'gewone volk' hier zijn inkopen kwam doen. De beter begoeden kochten hun dure zeevis op de nabijgelegen Vismarkt.
Op de hoek van het Huidenvettersplein bevond zich de 'stadassyse', hier was het ontvangkantoor van de  accijnzen op het bier gevestigd. Tegen de gevel ervan bevindt zich deze gevelsteen:
   

[Huidenvettersplein 14]

vrijdag 12 februari 2010

De Hollandse Koe

Hiernaast het wapen van de huidenvetters. Dat leerlooien moet voor nogal wat reukhinder gezorgd hebben (vandaar dat de huidenvetters pal naast de visverkopers gevestigd waren!) en werd in de 15e eeuw uit het centrum verbannen. Het Ambachtshuis van de Gilde der Leerlooiers (uit 1630) bevindt zich nog steeds op het plein.



Naast het ambachtshuis van de huidenvetters bevond zich eertijds een herberg die 'De Hollandse Koe' zou geheten hebben. Onderstaande gevelsteen is daar nog een stille getuige van.


[Huidenvettersplein 12]

Huidenvetters

Laten we starten op het Huidenvettersplein. Het was op dit plein dat de huidenvetters (of leerlooiers) hun ambacht uitoefenden. Hier bevond zich ook hun ambachtshuis. Bemerk op de kaart (uit 1562, van Marcus Gerard) ook de schandpaal in het midden van het plein. De paal die er nu staat dateert uit 1925 maar wordt (voor zover ik weet) niet meer gebruikt om lieden die zich misdragen hebben te kijk te stellen.
Hieronder een huidenvetter aan het werk.


[Huidenvettersplein 12]